*EBC* / deel 1

23 mei 2017 - Dingboche, Nepal

Dag 1 / To fly or not to fly

Om 07:00 uur sharp zaten we fris en fruiting beneden klaar voor ontbijt. Kamal had ons aangeraden uiterlijk om 08:00 uur te vertrekken zodat we goed op tijd zouden zijn voor onze vlucht die ineens om 09:30 uur vertrok en niet om 09:00 uur. Bepakt met onze backpacks die toch iets zwaarder uitvielen dan eerst gedacht, gingen we op pad. In de dagen ervoor hadden we meerdere keren gesprekken en discussies over het wel of neit een porter huren om onze tassen te dragen. Eigenlijk wilden we dat niet. Niet eens zozeer om het geld, maar meer omdat we het gewoon zelf wilden dragen. Uiteindelijk hebben we onze tassen zo goed mogelijk test-ingepakt en Kamal laten ‘wegen’. Hij had namelijk geen weegschaal, maar zei dat hij héél veel ervaring heeft met gewicht inschatten. Hij schatte onze tassen zo licht en eerlijk is eerlijk, dat waren ze ook, dat de hele porter discussie meteen voorbij was. Dit konden wij inderdaad prima zelf dragen, zei hij. Ik weet dus ook niet waar in de tassen de bakstenen verstopt zaten, maar beide tassen waren ineens toch echt een heel stuk zwaarder. Onze guide regelt een taxi. Simon en ik achterin en Dhan Bhadour (onze guide) voorin. Wij zullen er voor de taxichauffeur wel als reuzen uit hebben gezien, want ondanks dat ik mijn benen al makkelijk kon strekken, werd de kleine Dhan Bhadour toch helemaal naar voren geschoven, tot zijn knietjes het dashboardkastje raakten. Wij hielden het al niet meer doog…

Eenmaal aangekomen op het vliegveld begint het wachten. Blijkbaar mogen we pa om 09:00 uur inchecken. Het vliegveld zelf is klein en chaotisch en het is fijn dat Dhan Bhadour de boel kan regelen. Wanneer het eindelijk 09:00 uur is begint het geduw en getrek. Je moet de paspoorten echt zowat in de neus van de baliemevrouw drukken in de hoop dat ze ze aanpakt en jij op de volgende vlucht gezet wordt. Wanneer ze dat dan eenmaal doet, moet jij zorgen dat je zo snel mogelijk je tassen op de band krijgt om gewogen te worden. Maar ook dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want de weegband staat volledig ingebouwd met andere toeristen en hun tassen. We hadden Kamal nog gevraagd naar de toegestane hoeveelheid baggage, omdat ergens op het ticket iets van 10kg stond, maar nee hoor, not to worry, 25kg mocht mee per person. Toen Simons tas echter 19 kilo bleek te zijn, de mijne 17 en onze handbagage nog eens 10 kilo, (we hadden 8 flessen water mee, omdat die in de supermarkt in Kathmandu 15 rupees zijn, maar bij een hotel of shop minimaal 100) bleek dat toch ineens een problem te zijn. Wel makkelijk op te lossen door enorme som geld te betalen. Ja zeg, dat gingen we natuurlijk niet doen! Toen ze onze ontevreden gezichten zagen en wij zeiden dat ons dat niet verteld was, werd er ineens toch een enorme uitzondering gemaakt. Ja, onze bagage was veel te veel, nee, voor deze ene keer hoefden we niet te betalen. De vlucht was inmiddels wel weer een uur verzet naar 10:30 uur. Maar toen het eenmaal half 11 werd, bleek dat alle vluchten naar Lukla voorlopig gecancelled waren wgens windstoten. Daar begon het lange wachten en zenuwpezen, want hoe later het werd, hoe groter de kans dat we misschien helemaal niet meer zouden vliegen vandaag.

Ondertussen zorgden twee Israelische meisjes voor vermaak. Blijkbaar hebben Israeliers in Nepal sowieso niet zo’n hele goede naam. Nou, deze dames pasten perfect in het profile van luid, ongeduldig en lasting. Dat begon al tijdens het inchecken en dat zette zich bij de gates vrolijk voort. Tot groot plezier van Dhan Bhadour. Wij wisten allang dat zij op dezelfde vlucht zaten als wij: flight 507 to Lukla. Maar Lukla is natuurlijk niet de enige bestemming waar naartoe gevlogen wordt en in plaats van rustig te gaan zitten en af te wachten besloten de meisjes er alles aan te doen om op een eventuele eerdere vlucht geplaatst te worden. Iedere keer wanneer er weer een vluchtnummer omgeroepen werd, stonden de meiden weer klaar, gingen ze aan de ene kant door een deur om er aan de andere kant weer uit te komen. Werkelijk, zet er een fast forward effect op en je hebt fantastiche televisie.

Yes! 507 door de speakers. “Quick quick quick!!” Bus in, stukje rijden, bus weer uit, rij maken voor het vliegtuig, een erg oud uitziend mini vliegtuig welt e verstaan, vliegtuigje in, yes, Simon zit bij het raam dus kan met z’n GoPro filmen. Toen gebeurde misschien wel het meest hilarische van de hele dag. Klein of niet, een oud bouwval of niet, meest gevaarlijke vlucht in de wereld of niet, Goma Air zal service verlenen. En dus baande de stewardess zich een weg langs de 18 passagiers en hun baggage met een mandje vol glimmende snoepjes aan de ene kant en watjes voor in de oren aan de andere kant en werd er netjes een nooduitgangen instrucie gedaan. Wat een droombaan. Over de vlucht zelf heb ik verder niet zoveel te vertellen, behalve dat ik heel, heel blij was toen ik weer uit het vliegtuig kon stappen en dat ik niet had overgegeven. Ik heb ook voornamelijk naar de achterkant van de stoel voor me zitten staren. Gelukkig hebben we de beelden nog…

Inmiddels was het zo’n zeven uur geleden dat Simon en ik gegeten hadden en voor Dhan Bhadour misschien nog wel langer, dus hebben we eerst gelunched bij het dichtsbijzijnde hotel/restaurant. Wij hebben natuurlijk nog geen idee van de gemiddelde prijzen, noch van de intenties van onze guide. Wil hij graag dat zijn vrienden een zakcentje aan ons verdienen of kunnen we erop vertrouwen dat hij het zo goedkoop mogelijk maakt voor ons? Na de lunch gaan de tassen om en starten we officieel aan onze hike richting Everest Base Camp. Het is koud en het miezert, maar we zijn vertrokken! We lopen in 2.5 uur redelijk easy naar Phakding, waar we zullen overnachten. Phakding is op 2610 meter altitude, 230 meter lager dan Lukla, dus veel stukken gingen naar beneden. Een lekker begin. Wanneer we bij ons hotel aankomen brandt de kachel al heerlijk, omdat het al bijna donker is. De eet- en slaapplekken noem ik maar steeds even restaurant en hotel voor het gemakt, maar het zijn over het algemeen natuurlijk meer huisjes met een kookplek en wat flinterdunne matrasjes op een plank hout. We voegen ons bij de groep rondom het warme vuur en drogen onze kletsnat bezwete kleren, zodat we die morgen weer aan kunnen. We eten onze buikjes vol, genieten nog net even iets langer van de warmte voor we richting onze koude kamer gaan. En met koud bedoel ik ook koud. In principe voelt het alsof je buiten ligt, maar dan wel met muren om je heen. Gelukkig hebben we onze slaapzakken en krijgen we een extra deken te leen. Op naar morgen!

Dag 2 / Step it up

Vol goede moed starten we aan onze tweede dag. Gisterochtend hebben we voor vertrek een foto van ons drieen gemaakt voor het hotel in Kathmandu en besluiten hier maar een traditie van te maken. Twee vingers in de lucht en lachen maar! We hebben lekker ontbeten met toast en omelet. Het weer is nog steeds koud en regenachtig, waar we eigenlijk nog lekker zon hadden verwacht, maar we moeten het er maar mee doen. Het einddoel voor vandaag is Namche op 3440 meter hoogte. Een flinke klim dus en we hebben al gehoord dat vooral het laatste stuk alleen maar trappen steil omhoog zijn. Het eerste stuk tot onze luch in Jorsale gaat inderdaad ook prima, maar daarna breekt de hel los. De zware tas, het continue klimmen, maar het is vooral ook de hoogte waar ik last van heb. M’n hart gaat steeds al seen gek tekeer en ik heb moeite met ademhalen. Op een gegeven moment vraag ik me zelfs af of ik wel verder ga komen! Van te voren hebben we met Dhan Bhadour afgesproken dat hij geen porter is, maar dat wanneer de nood echt hoog is, we van tas kunnen wisselen. Maar ja, we zitten verdorie pas op dag twee. Hier gaat hij natuurlijk niet blij mee zijn. Toch dringt Simon een beetje aan en uiteindelijk vraag ik hem om een half uurtje te wisselen. Met een lang gezicht gaat hij akkoord en stapje voor stapje gaan we verder. Natuurlijk maakt een lichtere tas vooral voor de druk op je benen wel een verschil, maar het heeft geen invloed op de ademhaling, dus ik ga steeds een klein stukje omhoog en sta dan weer even stil. Tot Dhan Bhadour laat weten nog vijf minute mijn tas te dragen, dan zijn we bijna in Namche en moet hij weer terugwisselen, anders noemen zijn vrienden hem straks allemaal porter en dat kan natuurlijk niet. Grappig hoe dat werkt. Ik ben al lang dankbaar voor de tijd dat hij mijn tas gedragen heeft en het nieuws dat we er bijna zijn werkt ook zeer motiverend. We verblijven in de Snow Lodge, wat wederom klinkt als een fantastische wintersport accomodatie, maar wat in werkelijkheid nét iets anders uitpakt. Al met al hebben we 6.5 uur gelopen en wanneer het stel naast ons frieten bested, besluiten wij ons behaalde resultaat ook met een bord te vieren. Friet en knoflooksoep, want dat schijnt goed te zijn voor de hoogte. En wij vonden dat we toch best al heel erg hoog zaten.

Normaal zeggen ze dat wanneer je meer dan 400 meter klimt, je een extra dag moet rekenen om te acclimatiseren. In principe blijft iedereen dus twee nachten in Namche na een klim van 830 meter. Maar onze guide kwam met nog een andere optie. De meeste mensen slapen een nacht in Namche, doen dan een day-hike naar het Everest Viewpoint Hotel, gaan weer terug naar Namche en slapen daar nog een nacht voor ze verder richting Tengboche vertrekken. Maar, zo zei Dhan Bhadour, we kunnen ook ietsje verder doorlopen vanaf het viewpoint hotel en in Khumjung overnachten. Dat zou voor de acclimatisatie niet zo’n probleem moeten zijn, dus aan ons de keus.

Optie twee natuurlijk!

Dag 3 / Come out, come out, wherever you are!

Waar we gistermiddag in de mist aankwamen en geen bal konden zien, kunnen we vanochtend onze ogen niet geloven. Simon opent het gordijntje en zegt dat ik écht even moet komen kijken. In mijn slaapzak wurm ik me tot een stastand en wauw! Onbeschrijvelijk! We zitten werkelijk midden in de met sneeuw beklede bergen. De zon staat al hoog en de lucht is helderblauw. Wat een uitzicht en wat een verrassing. Met onze mouwen opgestroopt hiken we via het hoogst gelegen ‘airport’ door een gebied van bosjes waar je als kleine Nepalees misschien wel doorheen kunt, maar wat als bepakte lange Nederlander net een wat grotere uitdaging is. Door naar het eerste fantastische viewpoint. En daar laat ze zich voor het eerst aan ons zien. Verstopt tussen alle andere bergtoppen ver in de verte maar volledig helder boven de wolken uit: Mount Everest.

We lopen nog iets verder omhoog naar het Everest Viewpoint Hotel op 3880 meter, wat toch echt een enorme toeristenbestemming is, om vervolgens lekker relaxed weer een stukje te dalen naar Khumjung. Hoewel relaxed, het is spekglad vanwege ijs en modder. De Eco-lodge is het eerste hotel waar we tegenaan lopen. Een vriend van onze guide heeft een hotel verderop in town, maar als we hier blijven scheelt dat een hoop gesleep met onze rugtassen. Kijk, dat is meedenken. Terwijl we naar binnen lopen volgt een ander hiker ons. Hij ziet alle vlaggen op mijn backpacktas en vraagt in het Engels wanneer ik in Nederland ben geweest. Het blijkt een 23-jarige Limburger te zijn die net zijn eindstage voor de opleiding facility management heeft afgerond door vijf maanden in een Nepalese bakkerij te werken. Hij woont nog thuis, want dat is gezellig en op je 23e is op kamers gaan, ik citeer: “wel echt passe”... Ter voorbereiding op deze trip had hij ‘oes mam’ gevraagd om een paar extra lange broeken in te pakken. Nou, daar was hij nu maar wat blij mee in deze kou! Na de lunch haastte de Limburger zich verder naar Tengboche en wij zouden een monastry bezoeken. Maar Dhan Bhadour kwam met slecht nieuws. Hij had het even opgezocht en de monastry was gesloten. Er was nog wel een andere in Khunde, het dorpje hiernaast. Ook prima. Het zou ongeveer een uurtje lopen zijn en we konden onze tassen natuurlijk achterlaten. Zo konden we ook meteen wat meer van het dorpje zelf en de omgeving zien. Eenmaal bij de monastry aangekomen, was er alleen geen monnik te bekennen en op de deuren zat een dik hangslot. Dhan Bhadour riep nog: “Hello?”, maar ook dat mocht niet baaten.

Nu we een paar dagen onderweg zijn en met volle bepakking hiken beginnen bepaalde spullen die eerst van groot belang leken te zijn, hun waarde een beetje te verliezen. En dus kregen we het briljante idee om nog eens kritisch door onze packs te gaan en wat spullen in Khumjung achter te laten. Nu was het inderdaad een stuk handiger geweest als we ons dat in Namche bedacht hadden, dat waren we wel met Dhan Bhadour eens, want in Namche kom je, welke route je ook neemt, altijd weer op de terugweg langs. Maar ja, wij bedachten het ons nu pas en in het aller allerergste geval zouden we een paar uur extra moeten lopen om onze spullen weer op te halen tegenover twee weken met een lichtere bepakking lopen.

Dag 4 / Eén monk maakt nog geen monastry

Na ons standaard ontbijt van toast met omelet, kregen we een lege rijstzak om de spullen in te doen die we achter wilden laten. We denken dat dat aardig wat kilootjes bij elkaar zijn, dus het scheelt aanzienlijk. Na vier uur lopen kwamen we in Tengboche aan. Dit is een beetje de gangbare volgende overnachtingsplek, maar Simon en ik wilden eigenlijk allebei nog wel een stukje verder. In Tenchboche is ook weer een monastry. Een hele oude had onze guide verteld, dus die wilden we ook wel graag bezoeken. Voor de lunch moesten we binnen zitten, maar terwijl we op ons eten wachten, konden we wel even buiten zitten. Daar troffen we het meest perfecte picknickplekje E-VER aan. Ik kan het verder ook niet beschrijven, je MOET echt de foto zien! Na de lunch bleek de monastry pas om drie uur open te gaan. Het was nu pas half 1. Wat te doen? Toch maar wachten dan. En wat beter te doen om de tijd door te komen dan een potje Yahtzee? Tijd voor Dhan Bhadour om te leren dobbelen. Wat een hilariteit! De dobbeltechnieken van die man, de gezichtsuitdrukkingen, maar vooral ook de enthousiaste hoop om ‘fipty’ (50) te gooien. Zo was het dus ook ineens 15:00 uur. Bij de monastry was het al druk. We waren duidelijk niet de enige die op drie uur gewacht hadden.

Binnenin was het vooral heel koud en kleurrijk. Er stond een soort offer klaar van fruit en koekjes en snickers bij elkaar gehouden in een mooie toren door een lading plakband. Steeds meer mensen die binnen kwamen gingen meteen in een rij langs de wand staan. Er zal zo dan wel iets gaan gebeuren, dus ook Simon en ik zochten een plekje. Daar stonden we dan samen met al die andere mensen die misschien ook wel net als ons geen idee hadden of- en wat er zou gaan gebeuren. Ja! Daar kwam de eerste monnik binnen lopen. Hij sloeg de kleden die op zijn plekje lagen om zich heen, ging in kleermakerszit zitten, opende zijn boek en begon, wat ik alleen maar kan aannemen, te bidden. Iedereen werd stil en bekeek de monnik aandachtig, maar na een goeie vijf minuten was het nog steeds die ene monnik die, nogmaals hoogstwaarschijnlijk, gebeden aan het opratelen was. Er gingen inmiddels wat mensen erbij zitten. Toen er na nog eens tien minuten nog steeds alleen die ene monnik was die onverstaanbaar zat te brabbelen, gaven we het op. We besloten dat het nog vroeg genoeg was om naar het volgende dorpje te gaan dat op een uur lopen lag. Vooral ook omdat het lager ligt dan Tengboche, maar het toch weer wat tijd scheelt voor de volgende dag.

In Millingo bleek vervolgens maar één hotel te zijn, waar de boze vrouw die lekker in de zon achter het raam lag te dutten, ook nog eens 400 rupees voor een kamer vroeg. Een stoffig houten hutje in the middle of nowhere voor 400 rupees vergeleken met vrij toeristische spots met toch vrij degelijke kamers voor 100 of maximaal 200 rupees. De prijs werd al snel verlaagd naar 200, maar nog niet wetend dat dit de enige plek was wilden wij nog wel even verder kijken. Dhan Bhadour begon steeds angstiger te kijken, terwijl het vrouwtje steeds woester leek. Toen we dan ook nog eerst het menu wilden zien om de prijzen van het eten te bekijken was de maat vol. Wilden we nou blijven of niet?! Het stond ons geheel vrij om door te lopen naar Pangboche, maar dat wilden we eigenlijk niet. Zeker omdat het ook al zo laat op de middag was. Dus hadden we niet heel veel keus en werd dit de slaapplaats voor de komende nacht. En wonder boven wonder ontdooide het vrouwtje zowaar toen ze door kreeg dat we al een paar woordjes Nepali wisten en Simon haar een foto liet zien die hij net van haar had gemaakt. Terwijl Dhan Bhadour en het vroutje in de keuken waren om ons avondeten voor te bereiden speelde Simon Wordalot, het nieuwe spelletje op zijn telefoon waar hij, of nou ja, wij allebei, nogal verslaafd aan zijn en ik was wat aan het schrijven. Staat er ineens een heel vies gorgelend vrouwtje naast me! “Namaste”, zeg ik vriendelijk glimlachend. Geen reactie. Dus ik buig me weer over mijn schrijfels en het vrouwtje schuift nog eens wat dichterbij. Ik kijk nog eens op, glimlach nog eens, maar weer geen reactie. Ze schuift nog eens wat dichterbij en staat daar maar te staan. Ze staat nu ook echt ongemakkelijk dichtbij en kucht me smerig in het gezicht. Ondertussen rollen bij Simon zowat de tranen over z’n wangen en is hij de super awkward situatie aan het filmen. Het vrouwtje komt vanuit de keuken binnen lopen en gaat weer weg. Dhan Bhadour komt binnen lopen en gaat weer weg. Niemand erkent ook haar aanwezigheid?! Ik weet niet hoe lang ze daar uiteindelijk gestaan heeft of hoe vaak ze me in het gezicht gekucht heeft, maar het was lang! Ongemakkelijk lang...

Dag 5 / En door...

Vandaag was het vooral belangrijk om in Dingboche te komen. Na 4.75 uur lopen kwamen we aan bij Tashi Delek Lodge. Simon en ik ploften allebei neer op de banken. Na een klim van 660 meter waren we afgeschreven voor vandaag. Omdat we hier sowieso twee nachten zouden blijven om te acclimatiseren kregen we de kamer voor niks. Wel moest de juiste kamer nog even uitgekozen worden. Kamer 1 was te stoffig. Het had hard gewaaid, dus was er allemaal zand de kamer in gekomen. Kamer 2 ging open. Nee, ook vies. Overigens was dit niet ons oordeel, even voor de duidelijkheid, dat vond de lodge mevrouw. We moesten even geduld heben dan zou ze even snel vegen. Prima, ’t is niet alsof we nog ergens anders naartoe zouden gaan. Toch nog even deur 3 openen. Ach, die bleek wel schoon genoeg. Blijkbaar had de wind dat deurtje nét overgeslagen. We brengen onze tassen naar binnen, Simon duwt het gordijntje wat opzij en begint te lachen. Pal voor ons raam ligt een enorme hoop stront. Echt E-NORM. Later leren we dat ze dit gebruiken om de haard mee te branden.

We trekken onze relaxkleren aan en gaan naar de soort van huiskamer. Dit is de eerste lodge waar ze in de gezamelijke ruimte ook lekker dekens en kussens hebben liggen, dus we kunenn een lekker plekje voor onszelf creeren en Simon stopt zichzelf helemaal lekker in met één van de dekbedden. De lodge blijkt naast restaurant en hotel ook als waterfabriek te fungeren. De ruimte staat he-le-maal vol met flessen water. Drie giechelende meisjes plakken met een gluestick de labels op de flessen en pakken ze vervolgens in in dozen. Ik heb echt barstende koppijn. Vermoedelijk een combinatie van inspanning en de hoogte en terwijl ik probeer te ontspannen slaat één van de meisjes om de zoveel seconden weer met een fles op tafel. Jottum...

Het is vandaag donderdag. Simon en ik hadden van te voren al afgesproken na dinsdag even wifi te kopen, omdat Bouke Durk dan weer een belangrijk gesprek zou hebben in het ziekenhuis. Bouke Durk, onze oom, is een paar weken geleden gediagnostiseerd met een zeer agressieve vorm van kanker. Gisteren verbleven we in the middle of nowhere, dus vandaag is het moment om ons weer te connecten met de rest van de wereld door middel van de wifi-service: Everest Link (hoe kan het ook anders). Het is heerlijk om whats-appjes bij te lezen, Facebooklikes te checken, e-mails te controleren, etc. Maar the main reason is om te horen hoe het met Bouke Durk gaat en we hebben geen idee hoe snel onze 200MB er doorheen gaat, dus we wachten tot lunchtijd in Nederland en bellen dan papa. Neemt niet op. Gelukkig weten we dat mama meestal haar telefoon wel bij zich heeft en vermoeden dat als ze ziet dat wij bellen ze toch wel op zal nemen. En ja hoor, toch fijn dat je nog van iemand op aan kan. Helaas is er geen goed nieuws. Waar wij een soort van verwacht hadden dat er inmiddels een behandeling gestart zou zijn, blijkt dat niet het geval en is BD zelfs ontzettend achteruit gegaan. Het is voor mij moeilijk om een zieke Bouke Durk voor te stellen, omdat het zo’n lange tijd geleden is dat ik hem heb gezien. Ik denk dat het nu pas echt binnen kwam dat het zomaar een kwestie van dagen of weken kan zijn. En dat raakt me diep. Dan is het ook weer even zo moeilijk om ver weg te zijn en zeker nu midden in de Himalaya’s zonder dagelijks internet. ’s Nachts droom ik ervan. Van zijn begrafenis, van Simon en ik die onze verzekeringen moeten bellen om terug te kunnen vliegen, maar ook van Bouke Durk toen ik nog heel jong was. We hadden een mega watergevecht en ik kan me hem nog zo helder voor me zien op de fiets met een emmer water in één hand en de andere hand aan het stuur. Van een afstand wil hij gooien, laat het stuur los en valt met emmer en al van zijn fiets.

Over vijf dagen hopen we weer wifi te kunnen kopen. Hopelijk wacht er dan beter nieuws op ons.

2 Reacties

  1. Marijke:
    23 mei 2017
    Wowww, nu al weer een verhaal! Yes!
  2. Mama Gerdien.:
    23 mei 2017
    Dankjewel voor al een volgend verhaal. Werd er even door teruggeworpen in de tijd en verdrietig om wat er allemaal al gebeurd is. Xxxx