Lumbini

24 juli 2017 - Lumbini, Nepal

Na vier uur slaap ging om 05:00 uur de wekker weer. We namen een taxi naar de local busstation waar rond 07:30 een bus richting Lumbini zou moeten gaan. Toen we om 06:45 het terrein op kwamen lopen op zoek naar een loket om tickets te kopen kwam er een man recht op ons aflopen. "Lumbini?" vraagt hij. "Yes!" zeggen wij verbaast. Echt alsof hij ons aan het opwachten was. We lopen achter hem aan, worden in een bus geduwd en we zitten nog niet of de bus vertrekt. Dat ging makkelijk! 

Veertien en een half uur later komen we totaal kapot aan in Lumbini. Veertien en een half uur opgetrokken beentjes, hobbeldebobbel, kotsende Nepalezen, hitte en heel veel stil staan. We werden 's ochtends in een soort van extra cabine helemaal voorin de bus gezet. Fijn, dacht ik nog. Wat ik me niet had bedacht is dat er voorin, waarschijnlijk vanwege de motor, een soort verhoginkje onder de voeten zit waardoor wij met onze lange benen aanzienlijk minder ruimte hadden dan al die korte Nepaleesjes. Ook had ik niet helemaal overzien dat er tussen het voorste stuk en de rest van de bus een deurtje zit en dat die dicht gaat en dat daar dan mensen voor gaan zitten en dat het dan dus niet heel makkelijk is om naar buiten te kunnen, wat me toch lichtelijk claustrofobisch maakt. Vooral ook omdat er ergens 'gewerkt' werdt aan de weg en we steeds zo'n vijftig meter reden om dan weer een goed half uur stil te staan. En hoewel het buiten bijna net zo'n sauna is als binnenin de bus, is alleen al even je benen kunnen strekken echt een verademing. Veertien en een half uur. Over een rit waarvan ze zeggen dat het acht uur zou moeten duren. Maar we hebben het overleeft en we zijn gearriveerd. Lumbini. Hoezee! 
Hoewel we best trek hebben, hebben we nog meer zin in een koud applecidertje, dus toasten we eerst op onze aankomst bij een restaurant/pubje. Nu eerst uitvinden waar we precies zijn zodat we een hotel kunnen zoeken. "Misschien staat dit restaurant wel op de kaart" stelt Simon voor. Ik lach en zeg "Ja hoor, alsof dit hol in de Lonely Planet zou staan". Ik open de reisgids, pak het kaartje van Lumbini erbij, drie keer raden welk restaurant boven aan de lijst staat... 
We checken in bij een hotel dat goed klinkt en niet te duur zou moeten zijn. We worden ontvangen door een vriendelijke man en de kamer ziet er goed uit. Hij steekt een staafje aan dat lijkt op wierook, maar tegen muggen zou moeten zijn en raad ons aan snel iets te gaan eten voor alles dicht is. Er is een restaurantje schuin aan de overkant dat er wel gezellig uitziet. Ze hebben een uitgebreid menu en we kiezen iets lekkers uit. Dat blijken ze niet te hebben. Oké, dan bestel ik iets anders. Hebben ze ook niet. Dan een drankje. Ik bestel een gin and tonic. Hebben ze niet. Geen van de zeven (!) verschillende soorten gin die op het menu staan. Uhm...misschien is het handig als jullie laten weten wat er wél is? 
Uiteindelijk hebben we beiden lekker gegeten en lopen we terug naar ons hotel The Lumbini Village Lodge. Maar de deur zit op slot. Als in: echt alles zit potdicht. Wat de fuck?! We kijken of we ergens omheen kunnen lopen en misschien achterom naar binnen kunnen, maar niets. We kloppen nog wat harder en roepen nog wat harder HALLO?? Nog altijd geen gehoor. Net wanneer ik het telefoonnummer aan het opzoeken ben om ze te kunnen bellen klinkt er wat gekraak aan de deur. Een licht verwarde vrouw die waarschijnlijk al lekker lag te slapen laat ons binnen. Er moeten heel wat sloten open om ons door te laten naar het lodge gedeelte. "Sorry! Subaratri, goodnight!" Het staafje, dat lijkt op wierook maar tegen muggen is, heeft duidelijk geholpen, want er is geen mug te bekennen. Tevreden gaan we onder de wol. Nou ja, wol... Het is hier heel broeierig warm. Veel warmer dan in Kathmandu, dus een deken hebben we niet nodig.

De volgende ochtend open ik onze kamerdeur en wordt verrast door het zicht op een aap. Ik schreeuw naar Simon die onder de douche staat "Simon! Er zit een aap op het balkon!" "Serieus?" "Ja, serieus!" Simon bedenkt zich geen moment, springt onder de douche vandaan, knoopt een handdoek om zijn middel, grijpt zijn camera en rent naar buiten. Terwijl Simon foto's staat te maken van inmiddels twee apen, sta ik al lachend foto's te maken van Simon die in z'n handdoekje, met de waterdruppels nog op z'n rug, foto's staat te maken van apen op ons balkon.

Voor ons ontbijt gaan we terug naar het restaurant/pubje van gisteravond en bestellen beiden een chocolate pancake. Man, man, man, dat duurde lang! Na echt héél lang wachten krijgen we twee vrij kleine pannenkoeken met een beetje chocoladesaus eroverheen. Hap-slik-weg natuurlijk. Moeten we wéér bizar lang wachten om te kunnen betalen!? Als we dan eindelijk aan onze toeristische tempeldag kunnen beginnen huren we eerst twee fietsen. Lumbini is namelijk plat, dus waar heel Nepal rondcrossed op brommers en motoren, wordt er in Lumbini fanatiek gefietst en dat wordt dan ook als beste vervoersmiddel aangeraden om de tempels langs te gaan. We willen eerst naar de Maya Devi tempel. Dé plek waar de grote Buddha geboren is. We lopen door een gate en worden twintig meter verder ineens teruggeroepen. Of we wel een ticket hebben. "Nee?" Blijkt dat we helemaal naar de andere kant moeten lopen om daar 200 Rupees per persoon te betalen om de tempel ook echt in te mogen. Prima! Ik begin een beetje dorst te krijgen en zie een standje dat bakjes watermeloen verkoopt. Lekker! Maar terwijl ik gefocused ben op het juiste briefgeld uit m'n portemonnee halen, gooit de beste watermeloenman een enorme lading zout over mijn bakje. Wat de fuck?! Simon komt niet meer bij van het lachen terwijl ik met een vertrokken gezicht mijn sappige, verse en ont-zet-tend zoute stukjes watermeloen opeet. 

De Maya Devi tempel ziet er van de buitenkant niet zo heel bijzonder uit. Ik zou uberhaupt niet geraden hebben dat het een tempel was. We sluiten aan in de rij, die heel lang lijkt, maar heel snel gaat. Van binnen is de o-zo-heilige tempel ook niet echt indrukwekkend. Het lijkt meer een soort van bouwplaats. Achterin de tempel staat een muur volgepropt met wierook en briefgeld. Daar loop je dan vrij snel langs, raakt de muur aan en dan je hoofd en je hart en dat is het dan. Schoenen dragen is verboden in het hele tempelgebied. Ik vind het dan ook vooral heel leuk om te zien hoe de bewaking die full-on soldaat gekleed zijn, wel lekker op sokken rondloopt. 

Buiten hangt het helemaal vol met Tibetaanse vlaggen. Een prachtig gezicht in de zon en de wind. Overal hangen bordjes met de vraag om stilte, wat ik nogal grappig vind, want het is namelijk helemaal niet stil. Naast de tempel is er een enorme markt met muziek en heel veel mensen. Pas later op de dag horen we dat het vandaag de verjaardag is van Buddha's moeder en dat het daarom zo druk was en dat die markt er normaal gesproken ook niet is. Mensen komen van zover om deze tempel te bezoeken. Het is één van de vier heilige plekken voor Buddhisten en voor veel mensen is het dan ook een levensdoel om hier ooit geweest te zijn. Best bijzonder. 
Terwijl we door de tuin met alle Tibetaanse vlaggen rondom de Maya Devi tempel lopen, zie ik een jongen die ik denk te herkennen. "Is dat niet die jongen die het laatste stuk bij ons in de bus zat gisteravond?" vraag ik aan Simon, maar volgens Simon was het hem niet. Als we eenmaal dichterbij komen begroet hij ons enthousiast en blijkt het niet alleen de jongen uit de bus van gisteravond te zijn, maar ook nog eens de jongen die we ontmoetten in Lukla toen we stonden te wachten bij het kantoortje van Goma Air. Hij had toen ook net z'n hike afgerond en wilde ook graag nog naar Kathmandu komen diezelfde dag en hoewel we met verschillende vliegtuigen vlogen, zagen we elkaar bij aankomst op Kathmandu airport. We wensten elkaar een goede reis toe en dat was het. Hij had ons gisteravond in de bus al wel herkend, maar we zagen er zo uitgeput en afgepeigerd uit, dat hij besloot ons maar even te laten. Tja...
Ik ga inmiddels half dood van de dorst. Die verrekte watermeloen! We vinden een standje dat mineraal water verkoopt. Het is ijskoud, dus ik kan niet zo snel drinken, maar verdorie wat smaakt water dan goed! We lopen nog wat rond en fietsen dan terug naar het dorp om te lunchen. Het is inmiddels alweer 13:00 uur geweest. 

Tijdens de lunch zagen we de twee hippies op leeftijd zitten die ook gisteravond bij het andere restaurant zaten waar wij aten. Het bleken Engelsen en enorme eikels! Naast het feit dat ze gemeen en uit de hoogte deden tegen een stel Nepaleze kinderen, waren ze vooral eikels met het eten. Je moet je voorstellen: twee mannen van ik gok eind veertig/begin vijftig, met lange grijze haren, scruffy kleding, basically: alles wat je je voorstelt bij een ouwe hippie, waren zij. Maar dan wel met een tablet en een Macbook voor hun neus... 
Vervolgens bestellen ze eten. De één gaat voor een chickenburger en de ander voor een kop bouillon. Terwijl de gebrekkig Engels sprekende, maar zeer vriendelijke, 'ober' wegloopt, roept één van de mannen hem na. Hij heeft zich bedacht en gaat voor tukpa in plaats van de soep. Het eten komt en hij smikkelt zijn kommetje leeg. Dan wordt het volgende gerecht gebracht. Een kom met tukpa... De man flipt. Eerst blijft hij totaal achterlijk vragen: "Maar wat heb ik dan nét gegeten? Als dit tukpa is, wat was dat dan?" Bouillon sukkel! had ik graag willen zeggen. Je weet toch verdorie gewoon wel wat bouillon is?! Maar in plaats van zijn excuses aan te bieden voor zijn onduidelijke bestelling of gewoon zijn mond te houden en te eten wat hij wil van de tukpa, of het te laten staan maar er op z'n minst voor te betalen, stuurt hij het terug naar de keuken. Hij heeft nu al de bouillon gegeten, dus die tukpa hoeft 'ie niet meer. Wat een klootzakken. 

De lunch duurde ook weer lang. Ze zijn in Lumbini duidelijk niet de snelsten met eten klaarmaken. En we kwamen erachter dat we eigenlijk een beetje verkeerd begonnen zijn. De Maya Devi tempel is namelijk open tot een uur of zeven en alle andere tempels gaan om 17:00 uur dicht. Ach ja... wisten wij veel. Nu maar als een speer weer op de fiets en zien hoe ver we komen. Er zijn hier in Lumbini een héle hoop tempels en pagoda's. Landen van over de hele wereld laten ze hier bouwen, zodat hun inwoners de tempel kunnen bezoeken in deze heilige plaats. Dus niet alleen de Aziatische landen als Thailand, Cambodja, China en Japan, maar ook Frankrijk, Duitsland en Zwitserland hebben hun eigen tempel laten bouwen. En het moet gezegd, ze zijn werkelijk prachtig! heel divers, kleurrijk en vooral ook heel goed onderhouden. Je kunt zien dat daar buitenlands geld in zit. Het is een groot verschil met alle andere tempels die we tot nu toe in en rondom Kathmandu hebben gezien, dus dat is tof. Na ons avondeten doen we nog een cidertje op het balkon van ons guesthouse. Ik duik redelijk vroeg m'n bed in zodat ik nog lekker lang kan lezen voor het slapen gaan.

De volgende ochtend moeten we weer vroeg op. Veel te vroeg. 05:00 uur. De bus zou geloof ik om 07:00 uur vertrekken, dus rond 06:15 lopen wij de busplaats op. (Een station kun je het niet echt noemen.) Eenmaal bij het loket aangekomen wordt ons doodleuk vertelt dat er geen bus meer naar Kathmandu gaat. Ze zijn allemaal al vertrokken. "Maar gisteravond zei u 07:00 uur!" "Ja, maar ze hebben besloten een uur eerder te vertrekken vanwege de werkzaamheden." Wat-de-fuck... Ja, en wie of wat geloof je dan. Dat is nog wel het moeilijkste in zo'n situatie. De één zegt dat er alleen vanavond nog een nachtbus gaat, de ander dat we een taxi kunnen nemen naar de dichtsbijzijnde stad en dat daar nog wél bussen zullen gaan. Uiteraard wordt daar wel de hoofdprijs voor gerekent. En als een taxichauffeur je vertelt dat er geen lokale bussen zullen rijden dan is dat natuurlijk niet de meest betrouwbare bron. We gaan er maar even bij zitten. Als die bussen daadwerkelijk om 06:00 uur zijn vertrokken, dan hadden we dat, door het enorme kabaal dat ze maken, toch moeten horen? Aan de andere kant, het klopt ook niet dat er helemaal niemand op de busplaats is. Ik smeer een bolletje met pindakaas voor ons. We besluiten in ieder geval voorlopig nog even te wachten. Misschien komt er nog wel een bus en "we zijn nu toch wakker" vindt Simon. Wanneer er twee andere backpackers om advies komen vragen bij het loket probeer ik mee te luisteren en ja hoor, hen wordt doodleuk vertelt dat er vanzelf wel een local bus komt. Eikels. We bekijken onze route en dan hoor ik ineens een bus iets verderop. Deksel op de pindakaaspot en rennen! Superblij dat we het gehaald hebben zitten we in de bus. Blijft 'ie eerst nog twintig minuten staan wachten natuurlijk... 

De eerste bus brengt ons zo'n anderhalf uur verder. Daar aangekomen begint het volgende spel. De één zegt dat er geen bus meer naar Kathmandu gaat. De ander zegt dat er nog wél een bus naar Kathmandu gaat. De één zegt dat we naar het grote busstation moeten gaan met een taxi. De ander zegt dat we moeten blijven staan, dat er hier een bus langs komt. De één zegt dat de bus over ongeveer twee uur komt. De ander zegt dat er ieder moment één langs kan komen rijden, zeker binnen nu en een half uur. 
Er zijn nu al tig keer wat kleinere bussen langs gekomen die naar Butwal gaan. Ik kijk nog eens op de kaart en dat lijkt op onze route te liggen, maar ik ga er maar vanuit dat als dat een optie zou zijn, iemand ons dat inmiddels al wel verteld zou hebben. Plotseling gebeurt er weer iets hilarisch en typisch Nepal. Een gast die ons zo'n tien minuten geleden vertelde hier te blijven wachten en ons verzekerde dat er een bus naar Kathmandu zou komen heeft ineens besloten dat wij met hem en zijn bus mee moeten. Hij vertelt ons niet waarheen of waarom, alleen dat hij het regelt. We besluiten hem, bij gebrek aan een betere optie, te vertrouwen en stappen in. Het blijkt de bus naar Butwal te zijn en inderdaad, wat ik al dacht, daar hadden we heel wat minuten geleden ook al wel naar onderweg kunnen zijn. 
De man blijkt een fantastische hulp. Hij charged ons netjes de local prijs en gaat ons op het busstation voor naar het loket voor tickets naar Kathmandu en wijst ons vervolgens zelfs ook nog de bus. Thank you sir! Yes yes yes!! Deze bus gaat rechtstreeks naar Kathmandu, dus we gaan er komen vandaag. Whoop whoop! 

Nou, gekomen zijn we er, maar man, wat een rit weer. Ergens was het beter dan de heenweg. In plaats van klein stukje rijden-stilstaan-klein stukje rijden, stonden we nu gewoon bam vier uur lang stil, dus heb ik heerlijk kunnen lezen en hoewel comfortabel misschien iets té enthousiast uitgedrukt is, waren onze plekken wel aanzienlijk beter dan op de heenweg. Om 22:30 uur 's avonds (!) komen we aan bij Pomelo house. We droppen onze tassen en doen dan eerst een cidertje. We made it! De volgende ochtend ontbijten we in het hotel en beginnen dan, eigenlijk alweer wat laat, aan onze dag. 

Er staat vandaag namelijk van alles op de planning. Te beginnen bij Swayambunath. Ook wel Monkey-temple genoemd. Vermoedelijk om de simpele reden dat er heel veel apen bij de tempel zijn. Swayambunath is een World Heritage sight en bevindt zich bovenop een heuvel. Onderweg naar boven, wat even duurt want het zijn echt hele steile trappen, zien we een paar super schattige aapjes. Een babyaapje, wat op zichzelf natuurlijk al heel schattig is, is aan het slingeren aan een stuk touw. Heen en weer als op een schommel. Als het touw uitgeslingerd is springt hij er vanaf en maakt plaats voor z'n vriend die vervolgens ook beweging probeert te krijgen in het touw. De tempel zelf is natuurlijk een foto-maak-plek. Een must-see in Kathmandu. Als het helder weer zou zijn zou je echt een fantastisch uitzicht hebben, maar in Kathmandu is de lucht altijd wat grijs vanwege de vervuiling. Verder is het bovenaan rondom de tempel, wat geloof ik eigenlijk meer een stupa is, onverwachts druk met souvenirshops en kraampjes. Daar gaat je serene sfeer... 

Er zijn twee kanten van waar je Swayambunath kunt bereiken. Wij kwamen via de trappen aan de oostkant, omdat er gezegd werd dat dat de mooiere kant is, dus ik stelde voor om via de andere kant naar beneden te gaan. Da's toch leuk voor de afwisseling zullen we maar zeggen. Hoewel ietsje minder, had ook deze kant nog wat souvenirkraampjes. Zo ook een kraampje met alleen maar singingbowls. Ik heb er al één, een paar jaar geleden gekocht in India, maar Simon wil er graag één kopen voor hemzelf, dus is al wat aan het rondkijken en prijzen aan het vergelijken. Singingbowls worden gebruikt voor meditatie, om muziek te maken en, zo leren we vandaag, voor welzijn en healing. Ze komen in hele diverse maten, maar de wat kleinere met een mooi patroontje erop geschilderd zijn natuurlijk het meest populair bij toeristen. De eigenaar van dit kraampje heeft echter besloten ons zijn grootste singingbowl aan ons te willen verkopen. Ongeveer de grootte van een goeie slakom. Ik probeer hem wat af te houden en loop door, maar voor ik het weet kijk ik achterom en staat Simon met een mega singingbowl op z'n hoofd. Ik ga helemaal stuk. Ja, en daarna ben ik aan de beurt. Hij houdt de achterkant van de bowl tegen verschillende plekken op mijn lijf en slaat dan hard of juist zacht op een bepaalde plek op de bowl zodat er niet alleen geluid komt, maar ook een trilling en dat schijnt dus een enorme helende werking te hebben. 't Is een soort klankschaaltherapie. De man gaat met zijn schaal helemaal los op mij en ik vind het super interessant en ik geloof er ook wel in, maar dat ding is natuurlijk veel te groot om mee te gaan sjouwen in onze backpack. Ook veel te duur trouwens, dus we moeten de beste man teleurstellen, maar het was wel echt een hilarische ervaring weer. 

Het is lunchtijd. We gaan naar het restaurantje waar we op onze eerste avond ook gegeten hebben, omdat Simon de curry en vooral het naanbrood hier zo lekker vond. Het grote verschil tussen India en Nepal schijnt te zijn dat waar India voornamelijk naanbrood bij de curries eet, Nepal meestal rijst neemt. Er staat wel eens chapatti op het menu, maar zelden naan en dat vinden wij nu juist zo lekker. Ik twijfel enorm. Ik heb zin in en ben benieuwd naar de curry, maar in mijn hoofd waren de Mexicaanse enchillada's die ik de vorige keer had zo lekker en ik heb ook nog zin in friet. Dus bestellen we beiden exact hezelfde als de vorige keer plus een bord friet. De enchillada's had ik in mijn hoofd duidelijk wat opgehemeld moet ik eerlijk bekennen, maar Simon kan zijn curry niet op, dus daar eet ik ook nog wat van mee voor de lekker, plus de friet. Ik puil echt uit na de lunch. We willen rond een uur of vijf naar een andere tempel vertrekken waar ze rituele verbrandingen doen 's avonds om 18:00 uur en dat betekent dat we nog maar een paar uur hebben om 1: beiden een outfit voor Linda's dochters'  bruiloft te kopen en 2: een aantal souvenirs te kopen. Morgen is de bruiloft, daar komen we dan zaterdag van terug en dan willen we meteen door naar Pokhara, een andere stad, voor een paar dagen en dan vliegt Simon alweer terug naar huis. We kopen wat Tibetaanse vlaggen voor onszelf, hebben inmiddels een singingbowl voor Simon gevonden en een souvenir voor in de vitrinekast bij papa en mama. We vinden al snel een tof shirt voor Simon om morgen aan te doen dus dat gaat allemaal gesmeerd, alleen loopt het bij mij allemaal niet zo op rolletjes. 
Ik heb mijn zinnen gezet op een groene pofachtige broek. Niet eens voor de bruiloft, maar voor gewoon. Ik heb hem al in verschillende shops zien hangen en wat rondgevraagd naar de prijs. Terwijl Simon wat shirts aan het passen is, probeer ik een broek aan en hij zit echt perfect. We kunnen in deze shop uiteindelijk geen goeie maat voor Simon vinden, maar ik wil de broek wel kopen. Ik vraag de eigenaar om de prijs en hoewel die onder het bedrag ligt dat ik er wel voor zou willen betalen is de regel hier: afdingen. Dus ik zeg dat ik de broek voor honderd Rupees minder wel wil kopen. "No" zegt de eigenaar. Lichtelijk flabbergasted vanwege zijn harde reactie loop ik weg, maar als we in de volgende shop zijn voor een shirt voor Simon denk ik, ja, ik ben dom ook. De broek zit perfect en de prijs vind ik hartstikke prima. Dus terwijl Simon onderhandelt voor een goede prijs voor zijn shirt, loop ik terug naar de andere shop om de broek te kopen. De eigenaar staat in de opening en vriendelijk glimlachend zeg ik "I'll take it for 400", de prijs die hij genoemd had. "No! Price is up now." Hij wilde de broek niet meer aan mij verkopen. Ongelofelijk. Nog meer flabbergasted dan daarvoor druip ik balend af richting Simon. 
Ook mijn weddingoutfit kost wat moeite. Ik wil graag een soort Nepalese jurk, of eigenlijk Indisch van origine. Geen sari, maar een kurta. Dat is wat simpeler en kan ik gewoon met mijn zwarte legging dragen. Ik had verwacht dat het misschien moeilijk zou zijn om één in mijn maat te vinden, omdat ik groter gebouwd ben dan de gemiddelde Nepaleze vrouw. Het was inderdaad moeilijk een jurk in mijn maat te vinden, maar juist omdat ze steeds te groot waren. En het is ook nog eens een uitdaging om er één met een patroon te vinden dat jij mooi vindt en met de juiste kleuren, want er zijn echt honderden verschillende. We zijn tig shops afgegaan en wanneer ik eindelijk een kurta vind waar ik wel blij van kan worden en die mij redelijk past, is de prijs natuurlijk weer veel hoger dan wat ik er aan uit wilde geven. Ik bargain nog wel iets naar beneden, maar besluit uiteindelijk wat meer te betalen dan van te voren bedacht. Nu moet de jurk alleen nog wat ingekort en ingenomen worden. We besluiten maar niet meer naar de andere tempel te gaan, dat zou anders een enorm gehaast zijn. Een half uurtje later is de kurta goed passend en geven wij elkaar een high five. Alles wat we moesten hebben vandaag is gelukt, dus tijd voor een cidertje. Linda is inmiddels ook weer terug in Kathmandu en zij en Martine gaan uit om de Nepalese Nieuwjaarsavond te vieren. Maar wij zijn niet echt in de mood. We hebben vanochtend te horen gekregen dat Bouke Durk, onze oom, heeft besloten om het ziekenhuis te verlaten en naar huis te gaan. Dat is in dit geval geen goed nieuws. Hij hoopt dit weekend, met de paasdagen, te sterven. Dit bericht voelt eigenlijk alsof hij al is overleden.

Ik heb zo'n twee weken geleden mijn verzekering al gecontact om te vragen of een vlucht naar huis vergoed zou worden. Ik kreeg te horen dat hij binnen de derdegraads kring valt en dat mijn verzekering alleen de kosten dekt voor de eerste en tweedegraads familie kring. Maar...dat ik zéker even de alarmcentrale zou moeten bellen als het zover zou zijn, want die zouden misschien wel coulant kunnen zijn. Toen ik vanavond echter belde om het dan nu maar even zeker te weten, werd mij meteen heel helder uigelegd dat zij niets kunnen doen wanneer dit niet in mijn polis staat en dat ze dus ook niet begrijpen waarom mijn verzekering dat tegen mij gezegd heeft. Pwoh, toen was ik wel echt even flink overstuur. Het is natuurlijk volledig begrijpelijk en de vrouw aan de telefoon was ontzettend lief en meelevend, maar ik denk dat ik stiekem al in mijn hoofd bedacht had dat ze wel een uitzondering zouden maken. Simon's verzekering vergoed het wel, dus als Bouke Durk nu overlijdt kan hij meteen naar huis en ik niet. Of ik zou m'n reis vroegtijdig moeten afbreken. 
Nee, wij zitten hier wel even prima op het terras van Pomelo House. Praten en drinken en huilen en bellen met thuis. De tijd vliegt weer voorbij. Om 22:00 uur gaat de supermarkt en de bakker dicht, dus om 21:50 uur haasten wij ons naar het centrum om nog een fles wijn en twee broodjes salami te halen, avondeten was er namelijk weer bij ingeschoten. Daar was het overigens echt mega mega druk. Heel Kathmandu lijkt naar Thamel te zijn gekomen om feestend het nieuwe jaar in te gaan. Wij gaan snel terug en blijven hangen op het terras, waar later de dames ook nog even aansluiten na hun avond uit. Wanneer we iets voor drie-en eindelijk naar bed willen gaan appt mama dat Bouke Durk en Inge, onze tante, morgen graag even met ons willen skypen. Of dat mogelijk is. Ja shit, dat kan dus niet, want morgen zitten wij in the middle of nowhere voor die bruiloft. Nu dan? Ja, we wilden net naar bed gaan, maar dat kan in principe wel. 
Om half vier 's nachts proberen we verbinding te maken. Onze wifi is weer eens drie keer kut en als na een paar seconden het beeld al vastloopt, begint Simon te vloeken. Bouke Durk maakt meteen een grap over Simon's taalgebruik wat de sfeer wat lichter maakt. Blijkbaar konden zij ons dus nog wel gewoon horen. Een mooi gesprekje volgt, waar we helaas wel steeds in en uit de verbinding raken. Wanneer we ophangen kan ik alleen maar huilen huilen huilen. Simon en ik omhelsen elkaar. Dit is het dan. Dit was dan het afscheid. Bizar en heftig, maar ook zo fijn dat dit nog even kon. Met een zwaar gevoel proberen we nog een uur/anderhalf uur slaap te pakken voor het bruiloftsfeest gaat beginnen morgen.

2 Reacties

  1. Mama Gerdien.:
    24 juli 2017
    Xxxx Zo fijn om al verder te kunnen lezen. Heerlijk!!!
  2. Papa René:
    30 juli 2017
    Weer mooi verhaal.
    Heel bijzonder om te lezen hoe het ziek-zijn van Bouke Durk zijn invloed heeft gehad op jullie reis.